Juli 2022

Dauwtrappen zaterdag voor Pinksteren 

Op 4 juni jl. waren er 55 deelnemers voor onze Dauwtrapwandeling, een recordaantal!
Zij werden op het bedrijf van Aris en Claudia Appel verwelkomd met koffie, thee en cake, gebakken door Jantien Dekker en er was een welkomstwoordje. Daarna vertelde onze gastheer Aris Appel over zijn bedrijf en gaf uitleg over de teelt van krokussen en het prijsverloop in de afgelopen jaren.

Om 6 uur was de start van de wandeling; eerst achter het bedrijf het land in richting de A.C. de Graafweg. Siem Appel, de vader van Aris, vertelde onderweg over de geschiedenis van het bedrijf. Het was een melkveehoudersbedrijf met jongvee en schapen. De boer en boerin waren Cor Appel en Lies Benit. Lies was een tante van de vrouw van Siem Appel, Gré Benit. Het echtpaar had geen kinderen en bij hun overlijden waren de 25 neven en nichten erfgenamen. Siem Appel, geen familie van Cor Appel, en Gré Benit (wel familie) hadden te kennen gegeven wel interesse te hebben om het bedrijf te kopen. Na een vergadering tussen de andere 24 erfgenamen was de uitslag positief. In hetzelfde jaar nog, in 1985, verhuisden Siem en Gré met hun gezin naar Benningbroek (een uitgebreid verhaal hierover is te lezen in de Kroniek van 2021, pag. 46).
Siem verbouwde kool, uien en aardappelen en teelde tulpen en krokussen. Daarom ging het eeuwenoude grasland in Benningbroek op de schop. 

Het bedrijf ligt in een strook krekengebied. Dat strekt zich uit vanuit Nibbixwoud en loopt door naar Aartswoud, richting de voormalige Zuiderzee. Het was hier een moerasgebied met geulen, dat bij vloed en natte tijden vol stroomde met water. Vanuit de zee kwam er zand mee. Klei en plantenresten zetten zich af op de oevers. Omstreeks het jaar 900 kwamen hier de eerste mensen wonen. Het klimaat werd warmer en droger. Mede hierdoor, en vanwege de ontginning van het gebied, klonk de veenlaag in, maar de zandlaag niet. Op de zandruggen vormden zich later de dorpen (ook hierover is in de Kroniek van 2021 een verhaal te lezen, pag. 43).

Op het land van de familie Appel zijn sporen gevonden uit de tijd van de eerste bewoning. Rond de jaren 1978/1979 is er bij graafwerkzaamheden aan de walkant van een eeuwenoud slootje een kogelpot gevonden, die uit de 10e– 11eeeuw stamt. De pot van grijs gebakken klei is een gebruikspot en soms werd die meegegeven in het graf van de eigenaar. 

Tijdens de wandeling werd ter hoogte van het bedrijf van Appel de Dokter De Vriesstraat overgestoken, om zo bij de vindplaats van de kogelpot te komen. Dat is achter de huizen van Dr. de Vriesstraat 39 en 41. Het is een wonder dat de pot ongeveer 1000 jaren in alle rust hier heeft gelegen. 
Op deze akker wordt nu broccoli verbouwd. Dat wordt momenteel veelvuldig gedaan in West-Friesland. Grote firma’s huren hiervoor tijdelijk percelen.

De wandeling ging verder richting Abbekerk, langs een stuk krekenland met hoogtes en dieptes. Dit is in beheer van het Noordhollands landschap. Het mag pas heel laat worden gemaaid. Het gras en alles wat er nog meer groeit is wel 1,50 meter hoog! Vanwege het hoge gras werd er gewandeld door ‘gewoon’ weiland, om bij een tulpenveld aan te komen. Hier staan een aantal tulpenrassen, die niet gevoelig zijn voor virusziektes. Dat bespaart vele keren spuiten, vraagt minder werk, bespaart kosten en is goed voor het milieu. Siem Appel vertelde dat er veel onderzoek wordt gedaan en er ook veel nieuwe ontwikkelingen zijn in de bollenteelt. Nederland is hierin toonaangevend voor de hele wereld.

Daarna ging de route over een stukje Tuinstraat en vervolgens weer de dam in naar het land van Klaas Vlaar, langs het stuk ‘kadetjesland’ van Jacob Swier met daarop de Wagyu koeien van Het Koeienhuis en tenslotte achter de huizen van de Dr. De Vriesstraat om uit te komen in de bocht, die ’t Glop’ wordt genoemd. Aangekomen in de nieuwe schuur van Aris stonden de mandjes met broodjes al klaar en werden de kroketten gebakken; een traditie. Dit is onze manier om de Pinksterdagen te beginnen.

Het bestuur van de historische vereniging bedankt Claudia, Aris en vader Siem Appel voor de gastvrijheid en Bob en Jantien voor de goede verzorging. Bob sloot het dauwtrapgebeuren af met een gedicht van Nel van Laren-Swuup; “Dut is het land”.

Namens het bestuur,
Annie Vlaar-Oudeman